Nationale Tuintellingen
In Nederland zijn er naar schatting 5,5 miljoen tuinen, met een gemiddelde oppervlakte van 100 vierkante meter. In de stad zijn ze vaak kleiner (in de Bomenbuurt zo’n 50 m2), op het platteland groter. Dat betekent 550 miljoen vierkante meter. Wanneer dat allemaal eens voor bijv. 60% groen zou zijn ….. !
Een groene tuin is uiteraard het beste voor het milieu. Levend groen zorgt voor minder wateroverlast in natte periodes en verkoeling in hete periodes. Daarnaast is een groene tuin goed voor de biodiversiteit: dieren, vogels en insecten profiteren ervan. Maar welke dieren of diertjes en hoeveel zijn er?
‘De Tuintelling’ is het grootste tuinonderzoek van Nederland. Daarin werken verschillende natuurbeschermingsorganisaties samen met het doel informatie te krijgen om de natuur beter te kunnen beschermen. O.a. wordt aan tuinbezitters (en anderen) medewerking gevraagd bij de tellingen die gehouden worden. Zo is er in januari altijd de tuinvogeltelling, in april de bijentelling, begin augustus de vlindertelling, eind augustus de wespen-telling en in september de egeltelling (dit jaar van 13 tot 15 september). Deelnemers (en u kunt ook meedoen) voeren hun waarnemingen in op www.tuintelling.nl en zo ontstaat een landelijk en regionaal beeld van de staat van de natuur. Van de lichtpuntjes en de zorgen.
En zorgen over de natuur zijn er zeker. Daarom geven de aangesloten organisaties op hun websites aan hoe je je tuin (nog) natuurvriendelijker kunt maken. Welke bomen, struiken en planten fijn zijn voor vogels, vlinders, bijen enz. Ook kunt u er informatie vinden over vogelhuisjes en bijenhotels, over een goede vlindertuin of wat voor egels nodig is, enz.
Ook de overheid doet mee. De gemeente Middelburg is bijv. gestart met een nieuwe vorm van gazonbeheer. Op een aantal grasvelden wordt nu een deel niet gemaaid zodat daar bloemen en kruiden blijven staan. Daar komen insecten op af. En dat trekt vervolgens weer vogels, egels, vleermuizen en andere dieren. Op andere plekken zorgt de gemeente voor meer bloemen en kruiden. Zie bijv. Klein Vlaanderen.
De Nationale Bijentelling
De Nationale Bijentelling (van 15 tot 24 april) had dit jaar te lijden onder een koud en wisselvallig voorjaar met veel wind, regen en zelfs vrieskou. Desondanks zijn er ruim 40.000 bijen, hommels en zweefvliegen geteld door ruim 2.300 tellers. Het slechte voorjaarsweer is terug te zien in de resultaten: de kou-bestendige honingbij, aardhommel, en metselbijen zijn opnieuw de meest gespotte bijen.
Bijen zijn belangrijk voor bestuiving. Van onze eetbare gewassen worden 80% en van onze wilde planten bijna 90% bestoven door bijen en andere insecten. In Nederland komen bijna 360 bijensoorten voor. Ruim de helft daarvan is bedreigd. Onderzoekers gebruiken de resultaten van de bijen-telling om te zien waar de verschillende bijensoorten voorkomen in Nederland en of die aantallen toe- of afnemen. Hoe meer we over bijen weten, hoe beter de bij geholpen kan worden.
(Bron: nationalebijentelling.nl)
De Vlindertelling: nog nooit zo weinig gezien bij telling
Nooit eerder zagen natuurliefhebbers zo weinig vlinders als bij de nationale telling van dit jaar. Deelnemers aan de Vlindertelling zagen er gemiddeld slechts vijf, tegen acht vorig jaar en zelfs zestien in de beginjaren van de telling (tot 2015). Bij 400 tellingen werd nu geen enkele vlinder gemeld.
In totaal werden er 22.219 vlinders geteld, blijkt uit de voorlopige cijfers. Daarbij kwam de atalanta met 4814 keer het vaakst voor. Nummer twee was het kleine koolwitje (4000), dat vorig jaar nog de ranglijst aanvoerde. Nummer drie is de dagpauwoog met 2600. In totaal werden er 25 soorten geteld, twee minder dan vorig jaar.
Volgens de Vlinderstichting zijn de uitkomsten van de telling belangrijk, omdat ze een goede indicator zijn van de natuur in Nederland. Vlinders reageren namelijk snel op milieuproblemen en klimaatverandering. Eerder berekende het CBS al dat de vlinderpopulatie in 20 jaar flink geslonken is.
(Bron: NOS) De Nationale Wespentelling
Deze was van zaterdag 17 tot en met zondag 25 augustus. Er zijn bijna 900 tellingen binnengekomen. Landelijk gezien werden de zogeheten limonade-wespen het meest geteld. Dat is de wespensoort die we allemaal wel kennen, doordat ze bijvoorbeeld op het terras op drinken afkomen.
Op de tweede plek staan de zweefvliegen en op de derde plek staat de honingbij. Dit is opvallend, omdat voorgaande jaren de honingbij juist de meest getelde insect was. Deze terugval is misschien een gevolg van de bijensterfte waar in diverse media aandacht aan is besteed.
Ook is opvallend dat de zweefvlieg op de tweede plek is geëindigd, omdat dit niet echt een wesp is, maar een vlieg met dezelfde kenmerkende geel-zwarte strepen en die daarmee op een wesp lijkt.
Wespen hebben een slechte naam. Veel mensen zijn er bang voor. Maar wespen zijn ook erg nuttig. Zo bestuiven ze tijdens hun zoektocht naar nectar allerlei planten. Ook zijn het echte opruimers, ze helpen bij het opruimen van kadavers. Daarnaast vangen wespen vliegen, dazen en muggen en helpen ze zo een insectenplaag te voorkomen.
De komende verduurzaming van onze woningen
De BouwhulpGroep, die door Woongoed was gevraagd advies uit te brengen, heeft de laatste maanden nog verschillende onderzoeken uitgevoerd, o.a. in woningen die door verhuizing tijdelijk leeg stonden. De BouwhulpGroep heeft nu haar eindadvies opgesteld. Dit zal de binnenkort met de directie van Woongoed besproken worden. Daarna neemt de directie een voorlopige beslissing over wat er aan onze huizen moet gebeuren.
Het is ons als bewoners wel duidelijk dat de komende verduurzaming van onze woningen een complex gebeuren is met (waarschijnlijk) zeer ingrijpende gevolgen voor ons als bewoners. We hopen dat er nu snel meer duidelijkheid komt. Wel weten we dat alle voorbereidingen zoveel tijd gaan vragen dat het werk in 2025 nog niet begint.
*Deze nieuwsbrief Bomenburen verschijnt 6 X per jaar.
Voor het archief klikt u op https://griffioengroen.com/voor-bewoners/over/
